Palmbomen worden steeds populairder. De meeste soorten komen voor in de tropen, subtropen en Méditerranée, maar er bestaat ook een winterharde soort van de palmboom die van origine aan de rand van het Himalaya gebergte groeit. Dit is de Trachycarpus fortunei, oftewel de Chinese waaierpalm. Deze palmen kunnen zonder problemen temperaturen verdragen tot -18 graden celcius. Ook zijn deze palmbomen ongevoelig voor bladschimmel door veel regenval. Hierdoor kunnen deze palmen prima worden geplaatst in ons Noord-Europese klimaat.
De Trachycarpus fortunei heeft een ruige, behaarde bast waarbij de oude bladstelen zichtbaar blijven. Hierdoor heeft deze palm een prachtige, robuuste uitstraling. De bladeren van de palm vormen grote waaiers tot wel 70cm lang. De stelen van de bladeren zijn hard en taai. Het blad is donkergroen en stevig. In de zomer kan de Trachycarpus fortunei bloeien met grote hangende gele bloemtrossen. De bloemknoppen zijn soms al in mei zichtbaar. Door het verschil in bloeiwijze is tijdens de bloei te bepalen of de palmboom een mannetje of een vrouwtje is. Als er bevruchting heeft plaatsgevonden dan volgen er na de bloei blauwe bessen. De Trachycarpus fortunei groeit gemiddeld 8 tot 10cm per jaar in hoogte. De kroondiameter van een volwassen Trachycarpus fortunei palm is 1 tot 1,5m.
De Trachycarpus fortunei vergt weinig onderhoud. De oudste bladeren gaan op den duur hangen en verdorren. Deze bladeren kunnen dan verwijderd worden. De nieuwe bladeren die uit het hart van de stam opkomen vormen dan weer een jonge, volle kruin. Voor een goede groei en mooie groene bladkleur kan de palm jaarlijks in het voorjaar worden bijgevoed. Bij sneeuwval kunnen de bladeren het beste bij elkaar worden gebonden. Hierdoor zullen de bladeren niet gaan hangen door het gewicht van de sneeuw.